
Wat gebeurt er met het geld?
Professor Dr. Ulrich Beuers is MDL-arts in het Amsterdam UMC. Hij doet onder andere onderzoek naar Immunoglobuline G4 (IgG4)-gerelateerde ziekten. De IgG4-gerelateerde ziekten zijn nog niet zo bekend. Negen jaar geleden besloot Beuers hiervoor een onderzoekslijn op te zetten. Dit omdat toen de eerste patiënten op het spreekuur kwamen en er weinig bekend was over de ziekte. De Maag Lever Darm Stichting financiert de studie van Beuers. Hierin onderzoekt hij met zijn team of met een eenvoudige bloedtest mensen met een IgG4-gerelateerde ziekte onderscheiden kunnen worden van mensen met een kwaadaardige ziekte.
Wat is een IgG-4 gerelateerde ziekte?
IgG4-gerelateerde ziekte is een ontstekingsziekte die veel verschillende organen kan aantasten. Vaak komt het voor in de galwegen of de alvleesklier. Het is moeilijk om een IgG4-gerelateerde ziekte te onderscheiden van bijvoorbeeld kwaadaardige aandoeningen, de symptomen zijn vaak gelijk. Zo blijkt bijvoorbeeld een deel van de mensen die een ingrijpende operatie ondergaat voor een galwegtumor, tóch geen kwaadaardige tumor te hebben. Er blijkt dan sprake te zijn van een IgG4-gerelateerde ziekte. De behandeling daarvoor is minder ingrijpend. Om te voorkomen dat patiënten onnodig zo’n zware operatie ondergaan is het belangrijk om goed onderscheid te maken tussen IgG4-gerelateerde ziekten en een kwaadaardige aandoening.
Het onderzoek van Prof. Dr. Beuers
In de afgelopen 9 jaar is Prof. dr. Beuers in samenwerking met zijn collega’s meer te weten gekomen over het ontstaan van de IgG4 -gerelateerde ziekten. Beuers: ‘Op basis van onze bevindingen konden wij de conclusie trekken dat een eenvoudige bloedtest ontwikkeld kan worden die onderscheid kan maken tussen een IgG4-gerelateerde ziekte en een kwaadaardige aandoening. Zo’n test is er nu nog niet.’
In het onderzoek worden de mensen met een verdenking op een galwegtumor of een alvleeskliertumor een bloedtest doen en het weefsel bekijken. Mochten ze op basis van de bloedtest zien dat de patiënt waarschijnlijk een IgG4-gerelateerde ziekte heeft én er geen bewijs is voor de aanwezigheid van een kwaadaardige tumor, dan zal de patiënt (nog) niet geopereerd worden of een chemokuur ondergaan. Wel wordt de patiënt dan twee weken behandeld met Prednisolon. Na een aantal weken wordt gekeken of de patiënt reageert op deze behandeling. Mocht dat niet het geval zijn, dan zal de patiënt alsnog een standaardbehandeling ondergaan. Als de patiënt wel reageert op de Prednisolon, dan wordt dat als behandeling doorgezet. Bij deze patiënt kan dan een ingrijpende behandeling voorkomen worden.